Entschuldigung der Geschichte nur im Holländisch |
Sorry history only in Dutch. |
Het IJzeren Kruis (Duits: Eisernes Kreuz) is een Duitse militaire onderscheiding van Pruisische oorsprong. Het IJzeren Kruis werd op 10 maart 1813 door de Pruisische koning Frederik Willem III ingesteld. Het ontwerp van het IJzeren Kruis is, zo blijkt uit een potloodtekening van koning Frederik Willem III zelf. Oorspronkelijk werd de onderscheiding alleen aan Pruisische onderdanen verleend. Het IJzeren Kruis werd alleen in oorlogen met niet-Duitsers verleend. Het werd voor dat doel telkens vernieuwd, wat inhield dat de onderscheiding het monogram van de heersende Pruisische koning kreeg met daaronder het jaartal van de vernieuwing. De hoogste Pruisische onderscheiding voor dapperheid, de orde Pour le Mérite, werd daarentegen tijdens alle conflicten tussen 1813 en 1918 verleend. Het zwarte lint met de twee smalle witte strepen langs de randen is niet een lint dat specifiek bij het IJzeren Kruis hoorde. In Pruisen werden alle in de strijd en door oorlogsverdienste verworven militaire onderscheidingen, en ook de versierselen van ridderorden, aan dit lint gedragen. In 1939 werd het veranderd in zwart-wit-rood lint. In de jaren tot 1918 was het IJzeren Kruis een militaire onderscheiding. Toch werden ook personen die zich achter het front verdienstelijk hadden gemaakt met het IJzeren Kruis aan een wit lint met twee zwarte strepen gedecoreerd. Ook non-combattanten zoals verplegers en geestelijken aan het front kregen deze onderscheiding. |
Het IJzeren Kruis tussen 1939 en 1945. Tijdens de Tweede Wereldoorlog voerde Adolf Hitler het IJzeren Kruis opnieuw in. Ditmaal was het geen militaire onderscheiding maar een ridderorde. Het lint was nu zwart, wit en rood. Het kruis was iets dikker en toonde in het midden het hakenkruis met het jaartal 1939 op de voorzijde en 1813 op de achterzijde. Het nieuwe ridderkruis kwam in de plaats van de tot 1918 verleende Pruisische Pour le Mérite. De onderscheiding werd zonder reserves ook aan de lagere rangen verleend. Het was dus ook voor een soldaat of onderofficier mogelijk om het Ridderkruis te verwerven. De commandanten van de legerkorpsen en bevelhebbers van de marine en luchtmacht hadden het recht om de twee laagste rangen in deze orde, uit naam van de Führer, te verlenen. |
IJzeren Kruis 2e klasse Het IJzeren Kruis 2e klasse werd ongeveer drie miljoen maal verleend. Het werd aan een lint op de linkerborst gedragen. Het IJzeren Kruis 2e klasse zelf werd alleen op de dag van de uitreiking en tijdens ceremoniële bijeenkomsten gedragen. Dan werd het lint Pruisisch opgemaakt, dat wil zeggen in een "U"-vorm geplooid, op de linkerborst gedragen. Meestal werd alleen een strook van het lint door het tweede knoopsgat van het uniform gedragen. Naast dit lint was er ook de kleine vierkante baton: een kartonnen of metalen plaatje, bekleed met een in stof uitgevoerde miniatuur van het lint. Soms was het een metalen plaatje. Deze batons werden op de linkerborst boven de borstzak gedragen. Op de batons mochten desgewenst en indien van toepassing metalen miniaturen van de herhalingsgesp worden gedragen. Wie in de Eerste Wereldoorlog een IJzeren Kruis 2e klasse had verworven en er na 1939 weer een kreeg toegekend, mocht op het in het knoopsgat gedragen lint een gesp in de vorm van een adelaar boven een hakenkruis en het jaartal "1914" dragen. Deze gespen zijn van verzilverd tombak (Buntmetal) of zink (Kriegsmetal) |
IJzeren Kruis 1e klasse Het IJzeren Kruis 1e klasse werd tijdens de Tweede Wereldoorlog ongeveer 300 duizend maal verleend. Ook Adolf Hitler kreeg deze, door hem in de Eerste Wereldoorlog verworven, onderscheiding. Dit kruis werd zonder lint op de linkerborst vastgemaakt. Daartoe was de keerzijde van een gesp of schroef voorzien. Duitse militairen waren gewoon om hun IJzeren Kruis 1e klasse ook aan het front en bij minder formele gelegenheden op hun uniform te dragen. Duitsers droegen hun IJzeren Kruis 1e klasse ook wel op rokkostuum of geklede jas. Voor in het knoopsgat van een kostuum was er een ruime keuze aan speldjes en lintjes, de laatsten soms met daarop een miniatuur van het IJzeren Kruis. |
Het Ridderkruis Er zijn rond 7313 kruisen verleend maar er zijn er rond 10 duizend gemaakt.veel ridderkruisdragers hebben een ridderkruis erbij laten maken om de ridderkruis verleend door de fuhrer te bewaren en op het front droegen zij een zelf aangekocht stuk. |
Ridderkruis met Eikenloof Eduard Dietl (Heer) Was de eerste die de ridderkruis met eikenloof ontving. en net als bij het ridderkruis. lieten een aantal ontvangers ook een andere eikenloof bij maken om die te dragen op het front.en die door de fuhrer verleend exemplaar te bewaren. |
Ridderkruis met Eikenloof en Zwaarden Adolf Galland (Luftwaffe)Was de eerste die het ridderkruis met eikenloof en zwaarden ontving. En net als bij het ridderkruis en ridderkruis met eikenloof. lieten een aantal ontvangers ook een andere eikenloof met zwaarden bij maken om die te dragen op het front.en die door de fuhrer verleend exemplaar te bewaren |
Ridderkruis met Eikenloof, Zwaarden en Briljanten Werner Molders (luftwaffe)Was de eerste die de ridderkruis met eikenloof,zwaarden en briljanten ontving van de fuhrer.Het werdt hem verleend op 15.07.1941 |
Ridderkruis Met Gouden Eikenloof ,Zwaarden en Briljanten werd op 29 december 1944 ingesteld en werd uitsluitend verleend aan de Stuka-piloot Hans-Ulrich Rudel. Het eikenloof was van 18-karaats goud. Het kruis was zoals voorgeschreven van zwartgemaakt gietijzer met een zilveren montuur. Rudel ontving het IJzeren Kruis 2e klasse op 10 november 1939, na de Poolse veldtocht. De 1e klasse volgde pas op 18 juli 1941, na de eerste successen aan het oostfront. Om niet meteen een ridderkruis te hoeven uitreiken werd op 2 december 1941 het Duitse Kruis in Goud uitgereikt. Zoals gebruikelijk sloeg Rudel het zilveren kruis "over". Het ridderkruis van het IJzeren Kruis volgde op 6 januari 1942, daarna volgden het eikenoof op 14 april 1942 (229e uitreiking), de zwaarden op 25 november 1942 (42e uitreiking), de briljanten op 29 maart 1944 (10e uitreiking) en het gouden eikenloof op 29 december 1944. |
Grootkruis In 1940 werd rijksmaarschalk Hermann Göring, bevelhebber van de Luftwaffe, het grootkruis van het IJzeren Kruis verleend, om hem te eren voor de succesvol door de nauw samenwerkende infanterie, cavalerie en luchtmacht uitgevoerde "Blitzkrieg" Het kruis is opvallend dik en zwaar. Göring droeg het versiersel aan het voorgeschreven zwart-wit-rode lint om de hals. Zijn Pour le Mérite uit de Eerste Wereldoorlog droeg hij daaronder. De ijdele en extravagante rijksmaarschalk bezat verschillende exemplaren. Naast het grootkruis van gietijzer en zilver, waarmee Adolf Hitler zijn luchtmachtchef in 1940 decoreerde, is er een uitvoering van gesneden zwarte onyx en platina bekend die door Göring zelf werd besteld. Het in 1940 door Hitler uitgereikte gietijzeren exemplaar met zilveren frame was tijdens de oorlog bij de geallieerde bombardementen op Berlijn verloren gegaan. |
Het IJzeren Kruis na 1945 Bron gedeeltelijk komt van Wikipedia. |
Maak jouw eigen website met JouwWeb